info over urostoma

 Incontinent urinereservoir of het urostoma volgens Bricker

( Bron  AZ St Lucas Gent)

Voor het maken van een dergelijke blaas gebruikt de arts een stukje dunne darm van ongeveer 15 centimeter. Dit stukje wordt uit de darm verwijderd, waarbij de beide uiteinden van de dunne darm opnieuw met elkaar verbonden worden. Het losse stukje darm wordt aan één kant dichtgemaakt. Zo ontstaat een soort zakje, een namaakblaas. Urostoma
Beide urineleiders worden hierop aangesloten. Daarna wordt rechtsonder in de buikwand een opening gemaakt waar het open gedeelte van het stukje darm doorheen wordt geschoven.
Dit wordt vastgehecht op de buikhuid. De plaats waar de darm is vastgehecht op de huid noemt men een urinestoma. Deze blaas heeft geen afsluitmechanisme: de urine loopt dus direct naar buiten. Rondom het ontstane urinestoma wordt op de buik een opvangzakje bevestigd waar de urine wordt opgevangen. De urine loopt dus voortaan vanaf de nieren via de urineleiders in de nieuw gevormde blaas. Van daaruit loopt de urine vanzelf in het zakje buiten het lichaam. Nadeel is dat de patiënt 24 uur per dag een zakje op de buik zal moeten dragen.

Wat komt er allemaal bij zo een operatie kijken?

De dag voor de operatie

  • Uw huisarts zorgt voor een bloedonderzoek en hartonderzoek. Indien dit niet het geval is zal men in het ziekenhuis deze onderzoeken uitvoeren. Uw arts beslist of er nog een radiografie van de longen wordt uitgevoerd.
  • U komt het best in de voormiddag binnen.
  • De verpleegkundige geeft uitleg aan de patiënt uitleg over de urostoma d.m.v een patiëntenbrochure.
  • De plaatsbepaling van de urostoma gebeurt door de verpleegkundige: een urostomazakje wordt voor de helft gevuld met water en bij u aangebracht. Zo kan u in werkelijkheid aanvoelen hoe het is om een urostomazakje te dragen. De arts zal bevestigen of de plaats van de urostoma correct is. U neemt het best verschillende houdingen aan. Tijdens deze houdingen wordt de beste plaats gekozen, zodat de stoma niet in een huidplooi valt. Dit punt wordt aangeduid met een niet afwasbare stift. U zal gedurende een paar uur met het zakje rondlopen. ’s Avonds wordt het urostomazakje verwijderd en wordt er gecontroleerd of het punt goed is aangeduid.
  • Rond 14 uur krijgt u een maatje Primperan siroop toegediend. Daarna begint u met een darmvoorbereiding, zodat het volledige darmtraject leeg is. Dit gebeurt aan de hand van 4 zakjes poeder die elk worden opgelost in 1 liter water, met naar wens wat smaakstof. Na het derde zakje kijkt men of de ontlasting al helder en zonder resten is. Soms kan u al stoppen na de derde fles. De flessen moeten opgedronken zijn tegen 20 uur. Nadien mag u tot middernacht water en thee drinken.
  • Na het drinken van de vloeistof wordt nog een bloedafname voorzien.
  • U krijgt een inspuiting in de arm ter preventie van trombose. Deze inspuiting wordt ook na de operatie herhaald.
  • In de vooravond komt de anesthesist langs. Hij/zij zal u enkele vragen stellen en die het uur van de ingreep meedelen. U krijgt een slaapmiddel dat u gerust kan innemen om een goede nachtrust te verzekeren.
  • Na middernacht mag u niets meer drinken, omdat u volledig nuchter moet zijn voor de operatie.
  • Indien u bloedverdunners neemt zoals vb. Asaflow, aspirine, Marevan of andere dient u deze minstens zeven dagen voor de operatie te stoppen. Informeer altijd eerst bij u huisarts of behandelende arts.

De dag van de operatie

  • Er worden anti-trombose kousen aangepast. Mocht u deze thuis al hebben gelieve deze dan zeker mee te brengen.
  • Net voor de operatie krijgt u een licht kalmeermiddel toegediend, voorgeschreven door de anesthesist.
  • Na een seintje vanuit het operatiekwartier wordt u in uw bed naar de voorbereiding van de operatiekamer gebracht. Daar kan u met eventuele vragen of bemerkingen nog bij de anesthesist terecht. In de voorbereidingskamer wordt ook een infuus geplaatst ter voorbereiding op de narcose.
  • Na de operatie gaat u steeds 1 nacht ter observatie naar de afdeling intensieve zorgen. Uw familie kan u dan bezoeken tegen 19 u. In de voormiddag kan deze echter wel contact opnemen met de verpleegkundige om informatie in te winnen over het verloop van de operatie.

Zorgen na de operatie

  • Op de afdeling intensieve zorgen zal de dokter anesthesist beslissen of u naar de kamer kunt.
  • U heeft verschillende katheters: een centraal infuus, een maagsonde, een pijnpomp. Soms wordt er ook zuurstof toegediend.
  • U heeft een wonde aan de buik met twee wonddrains en twee katheters in de urostoma, nl 1 katheter vanuit de rechter nier en 1 katheter uit de linker nier. Deze monden uit in de urostoma. Rond de stoma wordt een speciaal postoperatief drainagezakje gekleefd, dat afloopt in een urinezak.
  • Na de operatie krijgt u gedurende enkele dagen geen voeding toegediend. De mond kan wel verfrist worden met daartoe voorziene wattenstaafjes gedrenkt in citroen. U krijgt wel een volledige volwaardige voeding toegediend via het infuus.
  • Zodra de darmtransit op gang is gekomen, mag u beginnen met kleine slokjes water te drinken en zal ook de maagsonde verwijderd worden.
  • Stilaan krijgt u meer voeding toegediend, beginnend met thee, beschuit, yoghurt, en licht verteerbare voedingsstoffen.
  • Na enkele dagen kan u zichzelf al een beetje behelpen bij het wassen, wordt u meer mobiel en kan u opstaan met de hulp van een verpleegkundige.
  • Wanneer de ronde drains niet veel wondvocht geven, worden ze ingekort en tenslotte verwijderd.
  • Op advies van de arts wordt een IVP (zie onderzoeken) gepland om te kijken of van binnen alles mooi genezen is en er geen lekkage voorkomt. Wanneer dit alles in orde is zullen de uretherkatheters verwijderd worden.
  • De verpleegkundige legt uit hoe de urostoma te verzorgen: zij stimuleert u om het urostomazakje zelf leeg te maken.
  • De hechtingen worden verwijderd. Na enkele dagen, wanneer de wonde mooi genezen is, mag de wonde bloot blijven.
  • U krijgt informatie over het ontslag uit het ziekenhuis. De huisarts en thuisverpleegkundige worden op de hoogte gebracht. U krijgt nog gedurende 10 dagen een bloedverdunnend spuitje toegediend. Dit wordt geregeld door de huisarts. Het is best dat de thuisverpleegkundige al de dag van het ontslag bij u langskomt om kennis te maken.
  • U krijgt een afspraak mee om binnen 6 weken bij de arts op raadpleging te komen.
  • Zodra het ontslag gekend is, maakt de arts een voorschrift en medisch attest klaar. De verpleegkundige bestelt al het nodige materiaal bij de bandagist.
  • U krijgt een VLAS boekje mee (Vereniging van Vlaamse stomaverpleegkundigen). Dit is een boekje waarin de verzorging genoteerd wordt, en waar ook het opvangmateriaal ingeschreven wordt. U moet dit boekje steeds bijhebben wanneer u weggaat, zodat bij opname in een ander ziekenhuis alles onmiddellijk terug te vinden is.
  • U krijgt het adres mee waar u het stomamateriaal kan bestellen. Dit doet u best bij een bandagist, omdat het materiaal rechtstreeks met de mutualiteit wordt verrekend en deze mensen daar zeer goed van op de hoogte zijn.
  • Het is best dat de familie op voorhand het materiaal gaat afhalen bij de bandagist, zodat u bij thuiskomst al het nodige materiaal ter beschikking heeft. Meestal heeft de verpleegkundige reeds contact gehad met de bandagist en is het materiaal reeds besteld.   

Omgaan met een stoma

Hoe brengt men een nieuw stomazakje aan?

  • De stoma wordt om de 4 dagen volledig ververst. Eerst krijgt u hulp van een thuisverpleegkundige, nadien leert u dit zo snel mogelijk zelf aan.
  • U verwijdert voorzichtig het plaatje en zakje om te voorkomen dat de huid beschadigd wordt.
  • U kan de huid rondom de stoma gewoon reinigen met water en een neutrale zeep. De huid droogdeppen met een handdoek, zeker niet hard wrijven. Ook geen bijtende producten, zoals ether, gebruiken om de huid te reinigen. Indien er nog restjes van de kleefplaat aanwezig zijn, mag u deze gewoon op de huid laten.
  • Op voorhand wordt het plaatje op maat uitgeknipt volgens de grootte van de stoma. Het is zeer belangrijk dat het plaatje goed aansluit rondom de stoma, zodat geen urine onder de plaat kan doordringen.
  • Omdat er voortdurend urine uit de stoma sijpelt, is het aangewezen een tampon in de stoma in te brengen, zodat de huid rondom goed droog blijft. Het tamponnetje wordt verwijderd wanneer het plaatje op de huid is vastgekleefd. Nadien wordt het zakje op de plaat vastgemaakt.
  • Overdag is het niet nodig om een urinezak aan het stomazakje te koppelen, want de patiënt moet regelmatig het zakje leegmaken. Het is van belang om het zakje niet te vol te laten lopen, anders kan het plaatje loskomen door het gewicht.

De meest voorkomende problemen bij een urostoma

  • Reactie van de huid op het materiaal: irritatie van de huid. Het kan zijn dat men moet overschakelen op een ander merk van stomazakjes.
  • Infectie: door bacteriën of schimmels, dit door chronische vochtigheid. Verdwijnt als de vochtigheid verdwijnt.
  • Stripeffect: beschadiging van de huid bij het afhalen van het plaatje. Er ontstaat roodheid, als men dit niet op een voorzichtige manier doet.
  • Chronische vochtigheid en lekkage: kan voorkomen wanneer er voortdurend vocht onder de plaat doorsijpelt. Dit komt doordat de plaat rond de stoma niet voldoende aansluit. Om lekkage te voorkomen kan men gebruik maken van een beschermende pasta rondom de stoma.
  • Kristalvorming: de urine geeft een neerslag van kristallen ter hoogte van de huid, wat soms pijnlijk is voor de patiënt. Deze kristallen kunnen verwijderd worden door een doekje gedrenkt in azijn gedurende enkele minuten rondom de stoma te leggen. Om kristalvorming te voorkomen, kan het aangewezen zijn een tijdje vitamine C in te nemen in een dosis van 1 gr. per dag.

Complicaties ter hoogte van het stoma

  • Uitpuiling of uitzakking van de stoma
  • Geleidelijke degeneratie van de stoma: de stoma verandert van kleur
  • Vernauwing van de stoma
  • Samentrekken, schrompeling van de stoma

Aandachtspunten

  • Er zit bloed in de urine.
  • De huid rond de stoma is langdurig geïrriteerd.
  • Aanhoudende lendenpijn.
  • De stoma puilt naar buiten of zwelt op.
  • De stoma trekt naar binnen en trekt aan de huid.
  • U heeft weinig en troebele urine, hoewel u veel drinkt.
  • U heeft meerdere dagen koorts.
  • U verliest gewicht zonder dat er een verklaring voor is.

Wanneer men één van deze zaken ondervindt, raadpleegt men best een arts.

Leven met een urostoma

  • Vochtinname: het is belangrijk dat de patiënt 2 liter water per dag drinkt . De aanwezigheid van vlokjes in de urine is normaal, omdat het stukje darm waaruit de stoma bestaat blijvend darmslijmen produceert.
  • Voeding: sommige voedingsstoffen en geneesmiddelen kunnen invloed hebben op de geur en de kleur van de urine (bv. asperges, vis, rode biet en sommige antibiotica). Het lichaamsgewicht wordt het best op peil gehouden.
  • Seksualiteit en vruchtbaarheid: de patiënt zal zijn onmacht, verdriet of pijn moeten verwerken. Een stoma kan spanningen geven in de seksuele relatie. Onzekerheid over het opvangzakje kan het ongedwongen vrijen belemmeren. Bovendien kan bij mannen die een dergelijke operatie ondergaan hebben, erectiestoornissen optreden. Bij het verwijderen van de blaas kunnen immers de zenuwen naar de geslachtsdelen beschadigd worden. Bij de vrouw kunnen de zenuwen, die ervoor zorgen dat de vagina bevochtigd wordt, beschadigd zijn. Het verwijderen van baarmoeder en eierstokken, heeft effect op de vruchtbaarheid, voortplanting en hormoonhuishouding van de vrouw. Het is dus belangrijk dat dit alles op voorhand met de arts besproken wordt. Ontstaan er na de operatie problemen op dit gebied, bespreek dit dan zeker met uw arts, die u zo nodig andere deskundigen kan adviseren.
  • Werksituatie: normaal kan u enkele weken na de operatie opnieuw gaan werken. Dit wordt ook op voorhand besproken met uw arts.
  • Hygiëne: u kunt gerust een douche nemen zonder opvangzakje. Gebruik steeds een neutrale zeep en zeker geen badolie, dit kan het kleven van het plaatje bemoeilijken.
  • Kleding: u kunt zich zoals voorheen kleden. Wel moet u erop letten dat het urostomazakje niet belemmerd of afgesnoerd wordt.
  • Werken in de tuin kan opnieuw, doch spitten en zwaar heffen kan u beter aan iemand anders overlaten.
  • Sport: u kunt sporten, als het niet gaat om zware fysieke inspanningen. Zwemmen kan ook, er zijn kleine opvangzakjes in de handel die gedurende de duur van een zwembeurt kunnen aangebracht worden.
  • Reizen: wanneer u op reis gaat, neemt u best voldoende stomamateriaal mee van thuis. Zorg ervoor dat u dit steeds bij heeft in uw handbagage. Als u naar een warm land reist, moet u de plaatjes koel kunnen bewaren.
  • Autogordel: het is veiliger steeds uw autogordel om te doen, dit is niet hinderlijk voor uw stoma.
  • Zelfhulpgroepen: er bestaan verenigingen van en voor stomadragers. Zij organiseren namiddagen waarop nieuwe technieken en materialen aan bod komen. Zij bieden alsook onderlinge steun en raadgeving. Ook terugbetaling van materiaal komt hier aan bod. De verpleegkundige zal u hierover de nodige informatie geven.